Het is moeilijk om ons een eeuw na de Eerste Wereldoorlog nog een idee te vormen van de impact die de oorlog op het landschap in Vlaanderen gehad heeft. Na 5 jaar oorlogsvoering op industriële schaal was de vernieling zo goed als compleet. Maand na maand bestookten tienduizenden explosieven de loopgraven en stellingen aan beide zijden van het front. In totaal zijn er naar schatting 1 tot 1.4 miljard afgevuurd tijdens de hele oorlog. Nog nooit waren artilleriebeschieting zo grootschalig en intensief…
Over de hele frontzone van de kust bij Nieuwpoort tot de grens met Frankrijk in Komen-Waasten, was het landschap herschapen tot een modderig maanlandschap. Geen enkel herkenningspunt bleef intact, wegen en percelering waren verdwenen, net als alle gebouwen en begroeiing. En dit voor een zone van wel meer dan 10 kilometer breed.
De situatie van toen met vandaag vergelijken
De enige manier om dit te illustreren zijn luchtfoto’s die tijdens de oolog zelf genomen zijn. Het contrast met luchtfoto’s van het rustige Vlaanderen vandaag is behoorlijk verontrustend: beeld je de manschappen in die onder deze omstandigheden leefden… Het toont ons ook de ongelooflijke veerkracht van de plaatselijke bevolking, die na de oorlog een nieuw leven opstarte in deze woestenij.
In oktober 1917 werd het dorp Passendale volledig vernietigd. Na de Slag bij Passendale is enkel de ruïne van de kerk nog herkenbaar, de rest is van de aardbodem verdwenen. Vandaag is Passendale opnieuw een levendig dorp, dat nog steeds uitbreidt. Onder de foto ook een animatie die de verwoesting jaar na jaar toont.
Kies tussen het linkse en rechtse beeld door met de muis de lijn centraal in het beeld te verplaatsen. Gebruik Mozilla Firefox of Google Chrome voor een goede weergave.
Het vernielde landschap rond Peckham Farm in 1917, net na de explosie van een Britse dieptemijn onder de Duitse frontlijn, vergeleken met het landschap vandaag (2012)
De mijnkraters van Hill 60 en de Caterpillar in Zillebeke, bij Ieper. Op 7 juni 1917 ontploften twee enorme mijnladingen 27,4 m onder Hill 60 en 30,5 m onder de Caterpillar, van respectievelijk 24.267 kg en 31.752 kg explosieven. Het stelde de Britten in staat de heuvel te heroveren. Vandaag zijn de enorme kraters nog steeds zichtbaar in het bos en is het een herdenkingsplaats.
Landschapsevolutie: 1915-1918-1940-2012
Om het vernielde landschap tijdens de oorlog, de bijhorende heropbouw en de evolutie van het landschap tot vandaag beter te begrijpen, worden in dit project de landschapsveranderingen doorheen de laatste 100 jaar bestudeerd. Meer specifiek worden vier verschillende jaartallen geanalyseerd: 1914 (begin oorlog), 1918 (einde oorlog), 1940 (na de wederopbouw) en 2012 (heden). Aan de hand van luchtfoto’s worden kaarten gemaakt die de volledige studiegebieden bedekken. De methode die achter deze kartering schuilt wordt een landscape change characterisation (HLC) genoemd. Deze methode laat toe om op een zeer systematische en gedetailleerde manier het landschap te karteren. Hierbij worden zowel lineaire elementen (houtkanten, wegen, spoorwegen,…) als het landgebruik (bos, weiland, akkerland,…) meegenomen. Voor elk gekarteerd element wordt ook de staat bijgehouden: een woning kan door bombardementen bijvoorbeeld omgevormd zijn tot een ruïne.
Op het einde van de oorlog was het landschap letterlijk weggeveegd van de kaart (zie luchtfoto). Toch kan je hier en daar nog enkele landschapselementen herkennen. Op de bijhorende gemaakte kaart van deze luchtfoto zijn militaire en lokale wegen, bosfragmenten en een huis nog steeds zichtbaar. De rest van het landschap is onherkenbaar en wordt benoemd als een kraterlandschap bestaande uit modder en kraters.
Na de oorlog werd het landschap helemaal heropgebouwd. Deze spectaculaire transformatie vergde heel wat mankracht. Toch was het landschap in 1940 nog niet helemaal hersteld. Hier en daar waren er percelen waar bomkraters of loopgraven nog steeds zichtbaar waren.
Impact van de artilleriebeschietingen op kaart
De impact van de bombardementen op het landschap zijn duidelijk zichtbaar op de chronologische reeksen luchtfoto’s; van sommige gebieden hebben we tot 150 foto’s van één plek tussen begin 1915 en eind 1918, waardoor we het landschap grondig zien evolueren. En geleidelijk aan zien vernietigd worden. Door via staalname de bomkraters te tellen in kleine vierkantjes van 50x50m, kunnen we een kaart maken die de vernieling toont op het einde van de oorlog. Zeker op de frontlijnen (blauw voor gallieerden, rood voor Duitse frontlijnen) zien we een volledige verwoesting, maar ook daartussen en tot kilometers in het achterland is het landschap kapot geschoten.
Publicatie
De wetenschappelijke resultaten van dit onderzoek werden gepubliceerd in het tijdschrift Geoderma.